Blijkens een aantekening in het Kerkarchief van Blokzijl is het oprichtingsjaar van het Weeshuis 1676. Dus enkele jaren nadat Stadhouder Prins Willem III aan Blokzijl de stadsrechten had verleend. Prins Maurits was toen al ruim 50 jaar dood. De naam kan een hommage zijn aan de Prins van Oranje, die zulke uitstekende banden had met de gemeenschap van Blokzijl.
Het kan echter ook zijn dat Prins Maurits in zijn tijd al een wezenfonds heeft gesticht. De wezen werden voor 1676 bij gezinnen ondergebracht die daarvoor betalingen ontvingen.
Maurits van Oranje (14 november 1567 – 23 april 1625), Prins van Oranje, Graaf van Nassau, stadhouder en van 1585 tot zijn dood militair leider van het leger van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Prins Maurits werd geboren te Dillenburg als zoon van Willem van Oranje en diens tweede vrouw Anna van Saksen. Als Maurits nog geen jaar oud is verlaat Anna van Saksen het kasteel Dillenburg en Maurits zou zijn moeder nooit meer terugzien.
Zijn vader was inmiddels leider geworden van de opstand in de Nederlanden en verbleef daar regelmatig. In het dagelijkse leven in Dillenburg werd Maurits dan ook opgevoed door zijn oom Jan van Nassau. Hij studeerde eerst in Heidelberg (1575-1577) en vertrok toen naar de Nederlanden om in 1582 in Leiden aan een studie te beginnen.
Toen op 10 juli 1584 zijn vader in Delft werd vermoord, was prins Maurits 16 jaar oud. Op zijn 18e verjaardag werd hij benoemd tot stadhouder van Holland en Zeeland. Enkele jaren later, in 1590 en 1591 wordt Maurits ook stadhouder van Gelderland, Utrecht en Overijssel. Na zijn vaders dood benoemt hij zichzelf tot Prins van Oranje, een titel die eigenlijk aan zijn oudere halfbroer Filips Willem toekomt. Die zit echter sinds 1568 gevangen in Spanje. Na het overlijden van Filips Willem in 1618 is de titel van Prins officieel voor Maurits.
Aanvankelijk stonden de zaken er slecht voor. Zijn leger was zwak en leed nederlaag op nederlaag tegen de Spaanse troepen. Maar langzamerhand slaagde prins Maurits er in om samen met raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt het tij te keren. In de jaren ’90 van de 16e eeuw, toen de Spaanse landvoogd Alexander Farnese, hertog van Parma, door zijn bemoeienis met de Franse burgeroorlog werd afgeleid, behaalde hij het ene militaire succes naar het andere, waardoor het gehele noordoosten van Nederland op de Spanjaarden kon worden veroverd. Ook neemt Maurits Simon Stevin in dienst als adviseur en docent. Stevin pakt als militair ingenieur zaken aan, zoals de bouw van vestingen.
In 1600 werd hij door Van Oldenbarnevelt naar Duinkerken gestuurd om de daar aanwezige kapers te verslaan. Maurits, fel tegenstander van deze operatie, ontmoette echter op het strand bij Nieuwpoort een Spaans leger onder bevel van hertog Albrecht. Deze Slag bij Nieuwpoort wist hij maar net te winnen en hij koesterde sindsdien een wrok tegen Van Oldenbarneveldt, die het Staatse leger aan zo grote gevaren had blootgesteld.
Enkele jaren werd later onder leiding van Van Oldenbarnevelt een bestand gesloten met de Spanjaarden (het Twaalfjarig Bestand). Ook hier was Maurits op tegen: hij vreesde dat door het bestand de Spanjaarden hun militaire macht zouden versterken. Bovendien zou hij zelf, als legeraanvoerder, in vredestijd veel minder in de melk te brokkelen hebben.
Tijdens het Twaalfjarig Bestand brak in de Nederlanden een godsdienstconflict uit tussen de remonstranten en de contra-remonstranten. Al snel ontaardde dit godsdienstige meningsverschil in een politiek conflict. De regenten kozen partij voor de remonstranten, Maurits voor de contra-remonstranten. De ruzie tussen Maurits en Van Oldenbarnevelt escaleerde, met als gevolg dat de Hollandse raadpensionaris Van Oldenbarnevelt op 13 mei 1619 werd onthoofd op beschuldiging van landverraad.
In 1620 werd Maurits, na het overlijden van zijn neef Willem Lodewijk stadhouder van Groningen en Drenthe. Een jaar later werd de strijd met Spanje hervat. Door de dood van Van Oldebarnevelt was de Republiek bestuurlijk niet meer wat het geweest was en ook militair leed Maurits enkele forse nederlagen. In 1623 vond een aanslag op zijn leven plaats, beraamd door de zonen van Johan van Oldenbarnevelt (Reinier en Willem) en een remonstrantse predikant. De aanslag mislukte: Reinier van Oldenbarnevelt werd hierop onthoofd en Willem van Oldenbarnevelt vluchtte naar Brussel. Prins Maurits stierf als een gebroken man op 23 april 1625 in Den Haag.
Maurits was nooit getrouwd. Wel had hij drie zonen verwekt bij Margaretha van Mechelen. van dezen werden afstammelingen verheven tot rijksgraven van (Nassau)la Lecq en (Nassau)Beverweerd. Bij minstens vijf andere vrouwen had hij ook kinderen. Deze kinderen kregen ook lagere titels zoals Heer van de Lek. Een van kinderen heet Willem, bastaard van Nassau. Maurits werd als stadhouder en militair leider opgevolgd door zijn halfbroer Frederik Hendrik.
Bron: nl.wikipedia.org